Supplement 1.4: Energie en intensiteit van elektromagnetische golven

De energie van het veld

De energiedichtheid U van een golf wordt gedefinieerd als zijn energie per eenheidsvolume opgegeven in J/m3 of Ws/m3.

Een elektromagnetische golf wordt gekenmerkt door een energiedichtheid U el van zijn elektrisch veld E en een energiedichtheid U mag van zijn magnetisch veld B :

U el = ε 2 E 2                U mag = 1 2μ B 2 ,

met de diëlektrische constante ε en de magnetische doorlatendheid μ van het materiaal. Op pagina 3 van supplement 1.2 vonden we het volgend verband tussen het elektrisch en magnetisch veld van elektromagnetische golven:

B = k ω a × E

waarin ω en k de circulaire frequentie en het golfgetal van de golf zijn en a een eenheidsvector is in de richting van de zich voortplantende golf. De verhouding ω/k is de fasesnelheid c van de golf.

Door de vergelijking te kwadrateren en de relatie van Maxwell c=1/ εμ te beschouwen (supplement 1.3) tussen de fasesnelheid en de diëlektrische constante en doorlatendheid, krijgt men:

B 2 = k 2 ω 2 E 2 = 1 c 2 E 2 =εμ E 2

Dus:                                        U el = U mag ,

de energieën van het elektrisch en magnetisch veld van elektromagnetische golven zijn identiek en de totale energiedichtheid is:

U= U el + U mag =ε E 2 = 1 μ B 2 = ε μ EB

De intensiteit

De energieflux van een golf komt overeen met de energie van de golf die per tijdsinterval door een eenheidsoppervlakte gaat, opgegeven in eenheden van W/m2.

Elektromagnetische golven planten zich voort met de lichtsnelheid en de energieflux kan aldus berekend worden uit c maal de energiedichtheid:

c( U el + U mag )=c ε μ EB= 1 μ EB

We kunnen deze scalaire grootheid een oriëntatie geven in de richting van de golfvoortplanting door EB te vervangen door E × B . Dit dan een vector S , aangeduid als de Poynting-vector:

S = 1 μ E × B

Een vlakke monochromatische golf met

E = E o sin( k r ωt )            B = B o sin( k r ωt )

geeft:                  S = 1 μ E o × B o sin 2 ( k r ωt )

Het is het tijdsgemiddelde van de Poynting-vector dat door het oog of door een fotodetector wordt gezien. We gebruiken haakjes ... als symbool voor tijdsgemiddelde.

De term sin2 wordt:        sin 2 ( k r ωt) = 1 2

Dus:

S = 1 μ E × B = 1 2μ ( E o × B o )= cε 2 E o 2 a = c 2μ B o 2 a

Absolute waarden van de Poynting-vector

S = cε 2 E o 2 = c 2μ B o 2

worden opgegeven in W/m2. In de fysische fotometrie (radiometrie genoemd) komt dit overeen met de irradiantie E rad , die in dezelfde eenheden opgegeven wordt.

Vraag 1: Elektrisch en magnetisch veld van zonnestraling