Supplement 1.3: De snelheid van elektromagnetisch golven
De fasesnelheid van monochromatische golven
De snelheid van een monochromatische golf kan gemakkelijk berekend worden. We bekijken het elektrisch veld van een golf die zich voortplant in de richting van de golfvector :
De snelheid van de golf wordt verkregen door
te zetten, d.w.z. door te kijken naar posities i.e., looking at positions op tijden t van een vaste waarde van het veld. Daar in het geval van vlakke golven, is dit equivalent aan een constant argument van de sinusfunctie:
De snelheid wordt berekend door ten opzichte van t te differentiëren:
Dit is de fasesnelheid c van de golf. In het geval van elektromagnetische golven, is dit de lichtsnelheid. Met en volgt:
We kunnen meer te weten komen over de afhankelijkheid van de lichtsnelheid op elektrische en magnetische parameters door de golfvergelijking op te lossen
met
(gebruik makend van de vergelijkingen voor leidt tot een identiek resultaat).
Tweede differentiatie van ten opzichte van ruimte en tijd leidt tot
en dus:
Dit is de lichtsnelheid in vacuüm co, wat een fundamentele constante is in de fysica. Met de diëlektrische constante in vacuüm εo=8,854·10-12 A·s/(V·m) en de doorlatendheid in vacuüm μo=1,256·10-6 V·s/(A·m) krijgt men:
of 300 000 km/s bij benadering.
De lichtsnelheid c in materie is kleiner dan de lichtsnelheid in vacuüm:
bij de relatieve diëlektrische constante εr en doorlatendheid μr van het materiaal. Deze vergelijking wordt de relatie van Maxwell genoemd. Voor doorzichtige materialen is μr≈1. Voor water en glas bij frequenties van zichtbaar licht is εr≈1,8 en 2,25, wat de lagere lichtsnelheid ervan verklaart zoals aangegeven in hoofdstuk 1, in het gedeelte elektromagnetische golven op pagina 2.
De breekindex n van materie wordt gegeven door , en dus:
Met deze uitkomst zijn de vergelijkingen voor elektromagnetische golven:
De lichtsnelheid in het kwadraat verbindt de ruimtelijke en temporele afgeleiden van de tweede orde van de grootheden van het elektrisch en het magnetisch veld.