Jason en de Argo-drijflichamen
In de Griekse mythologie voer Jason over de oceanen op zijn schip, de Argo, op zoek naar het Gulden Vlies. De mannen die hem op zijn zoektocht vergezelden, stonden bekend als de Argonauten.
In juli 2001 werd de satellietaltimeter Jason I gelanceerd om variaties in hoogte van het zeeoppervlak te meten, wat informatie verschaft over oceaanstromen [LINK TO CH.6]. Als begeleiding van de Jason-missie lanceerde de internationale oceaan- en klimaatgemeenschap Argo – een programma om duizenden robotdrijflichamen los te laten om de temperatuur en het zoutgehalte van de mondiale oceaan te meten vanaf het oppervlak tot een diepte van 2.000 meter.
Tegen de tijd dat Jason II werd gelanceerd in juni 2008, leveren 3.000 Argo-drijflichamen gegevens die gebruikt worden om oceaanstromen in kaart te brengen, de fysieke conditie van de oceanen te beschrijven en om bij te dragen tot seizoensvoorspellingen en klimaatvoorspelling.
Wat is een Argo-drijflichaam?
Een Argo-drijflichaam is ongeveer 1,1 m groot, weegt ongeveer 25 kg en kan werken tot op 2.000 m diepte.
Behalve dat de sensor
- temperatuur
- zoutgehalte
- diepte
meet, bevat het Argo-drijflichaam ook
- een microprocessor die de gegevens opslaat en regelt wanneer het drijflichaam zakt en omhoog komt,
- een gegevenstransmissiesysteem dat de interactie met de satelliet regelt,
- en een hydraulisch systeem dat het drijfvermogen van het drijflichaam regelt via een opblaasbare externe blaas, zodat het drijflichaam naar de oppervlakte kan komen en duiken.
Gemiddeld bezit Argo één drijflichaam in iedere 3° x 3° oppervlak van de oceaan dat dieper dan 2.000 m en niet door ijs bedekt is. Om deze matrix van 3.000 drijflichamen te onderhouden moet het programma ieder jaar ongeveer 800 nieuwe drijflichamen loslaten om oude drijflichamen te vervangen die niet meer werken. Momenteel werken 20 landen met Argo-drijflichamen; de VS bezitten ongeveer de helft van het matrix van 3.000 drijflichamen.
De drijflichamen in de oceaan aanbrengen
Drijflichamen worden geplaatst vanaf schepen die wetenschappelijk onderzoek doen, vanaf grote containerschepen, nu en dan vanaf kleinere schepen en jachten en soms zelfs vanuit vliegtuigen. De basisdrijflichamen meten temperatuur en zoutgehalte en worden uitgebaat door meteorologische organisaties. Een aantal drijflichamen worden door wetenschappers gekocht die de instrumenten willen gebruiken om andere eigenschappen van de oceaan te meten, zoals het zuurstofgehalte van het water. Ieder drijflichaam wordt zorgvuldig nagezien om er zeker van te zijn dat het goed werkt alvorens te water gelaten te worden.