2. Wind en stromingspatronen wereldwijd

Zoom Sign
Kaart met de gemiddelde oppervlaktestromen
Kaart met de gemiddelde oppervlaktestromen. Dit is een gemiddeld patroon. De sterkte en richting van iedere stroom kan nogal variëren met de seizoenen, en van jaar tot jaar.
 

Heersende winden en oppervlaktestromen

Bij het waaien over het oceaanoppervlak stuwen ze de stromen aan het oceaanoppervlak. Gedurende periodes van maanden tot jaren brengen ze een wereldwijde circulatie van oppervlaktestromen op gang die de patronen van de heersende winden reflecteren.

Kijk naar de kaart met de mondiale stromen. Vergelijk deze met de gemiddelde winden rechts. Welke stromen worden op gang gebracht door de onderstaande heersende winden?

  1. De westenwinden op het noordelijk halfrond
  2. De noordoostpassaatwinden
  3. De zuidoostpassaatwinden
  4. De 'Roaring Forties' (westenwinden op het zuidelijk halfrond)
Antwoord

Westelijke randstromen

Wanneer het water in de Equatoriale Stromen de westelijke randen van de oceaanbassins bereikt, stuwt dit tot zo'n 15 cm op en stroomt het noord- en zuidwaarts weg in sterke, smalle stromen. Voorbeelden van zulke warme, westelijke stromen zijn de Golfstroom in de Noord-Atlantische Oceaan en de Agulhasstroom in de zuidelijke Indische Oceaan.

  1. Kun je de Golfstroom en de Agulhasstroom vinden in de onderstaande beelden van de zeeoppervlaktetemperatuur (SST)?
  2. Er zijn drie andere westelijke randstromen. Hoe worden ze genoemd?
Zoom Sign
SST in de noordelijke Atlantische Oceaan
SST ('Sea Surface Temperature'; zeeoppervlaktetemperatuur) in de noordelijke Atlantische Oceaan, januari 2008.
SST in de zuidelijke Indische Oceaan
SST ('Sea Surface Temperature'; zeeoppervlaktetemperatuur) in de zuidelijke Indische Oceaan, juli 2007.
SST
Bron: NOC. Beelden gemaakt met Bilko software van SST-gegevens van Ostia.

Antwoord

Terug de oceaan over

Naarmate de warme, westelijke randstromen zich van de evenaar verwijderen, wordt de Corioliskracht sterker en draait het water terug naar het oosten. Op ongeveer 40° breedte verlaat de stroom de rand van de continenten om oostwaarts over de open oceaan te stromen voortgestuwd door de heersende westenwinden. Onderweg geeft het water warmte af aan de atmosfeer en koelt af.

De hele weg blijft de Corioliskracht de stroming naar rechts draaien op het noordelijk halfrond en naar links op het zuidelijk halfrond, totdat het koude water begint terug te stromen naar de evenaar en zo de cirkel rond maakt.

Zoom Sign
Gemiddelde mondiale windsnelheid en richting in januari
Gemiddelde mondiale windsnelheid en richting in januari.
 

Mondiale zeeoppervlaktetemperatuur

De baan van de oceaanstromen is te zien op kaarten van de zeeoppervlaktetemperatuur (SST) zoals deze hieronder. Je moet de warme stromen kunnen zien die van de evenaar weg stromen aan de westkant van de oceaanbassins en koud water dat naar de evenaar stroomt aan de oostkant.

Je zult misschien ook zien hoe anders de Atlantische Oceaan eruit ziet dan de Stille Oceaan op het noordelijk halfrond. Wat is volgens jou het voornaamste verschil?

Antwoord

Oostelijke randstromen

De koude stromen, die naar de evenaar terugstromen langs de oostkant van het oceaanbassin, staan bekend als - je raadt het al - oostelijke randstromen. Het zijn er weer vijf: De Californiastroom, de Perustroom, de Canarische Stroom, de Benguelastroom en de West-Australische Stroom.

  1. Kun je de vijf oostelijke randstromen vinden op de onderstaande kaart met de zeeoppervlaktetemperatuur?
  2. Hoe zien ze eruit in vergelijking met de westelijke randstromen?
Antwoord

De oostelijke randstromen stromen langzamer dat de krachtige stromen aan de westelijke rand van het oceaanbassin. De Canarische Stroom in de Atlantische Oceaan en de Californiastroom in de Stille Oceaan bereiken zelden snelheden van meer dan 1 km per uur.

Subtropische oceaanwervelstromen

Zoals je hebt gezien vormen oceaanstromen grote wervelstromen (grote cirkelvormige stromingen) in elk oceaanbassin. Er zijn vijf in totaal: twee in de Stille Oceaan - ten noorden en zuiden van de evenaar - twee in de Atlantische en één in de Indische Oceaan, ten zuiden van de evenaar. In de noordelijke Indische Oceaan verhinderen de landmassa's van Azië de vorming van een volledige wervelstroom. In plaats daarvan is er een seizoensgebonden omkeerbare stroom voortgestuwd door de moessonwinden.