2. Heersende winden
Winden kunnen van week tot week en van seizoen tot seizoen aanzienlijk veranderlijk zijn, dus deze lokale stromen kunnen ook veranderlijk zijn. Maar over langere periodes - maanden en seizoenen - zal de wind gewoonlijk vaker uit één richting waaien dan uit een andere.
Een wind die consistent uit één richting meer waait dan uit een andere, staat bekend als de heersende wind.Deze bepaalt de richting van de gemiddelde wind gedreven stroom in een bepaald gebied. Meer overheersende winden (in het Engels).
Maandkaarten van gemiddelde windsnelheid en richting, zoals die rechts, kunnen je de kracht en richting vertellen van de heersende winden in verschillende regio's. Als je ze zorgvuldig leest, kunnen ze je ook iets vertellen over hoe constant die wind is.
Windgedreven oppervlaktestromen
Wat gebeurt er wanneer de wind over het oceaanoppervlak waait? Het oppervlak wordt ruw - er ontstaan kleine golven en na een tijdje, als de wind blijft waaien, grotere golven.
Er is een overdracht van stuwkracht en energie van de lucht op het water. Hoeveel hangt af van de windsnelheid, de tijd die de wind waait en de afstand waarover deze kan waaien.
De kracht per eenheidsoppervlakte die de wind op het oppervlak van de oceaan uitoefent, staat bekend als de windbelasting. Het merendeel van de windbelasting wordt gebruikt om oppervlaktegolven te creëren, maar als de wind gedurende enige tijd uit dezelfde richting waait, zal deze een plaatselijke oppervlaktestroom op gang brengen met de wind mee. Eigenlijk is de stromingsrichting niet helemaal dezelfde als de windrichting - vanwege de draaiing van de Aarde.
Waar zijn de heersende winden en in welke richting waaien ze?
Er zijn drie heersende windgordels op ieder halfrond. Je moet een paar ervan op bovenstaande kaarten kunnen identificeren.
1. Kijk zorgvuldig naar de kaarten en probeer deze windgordels te identificeren.
- Op welke breedtegraad vind je ze?
- Uit welke richting komt de heersende wind in iedere gordel?
2. Welke van de twee windgordels heeft de meest constante windrichting?
Dingen laten draaien - het Corioliseffect
Vanwege de vorming en draaiing van de Aarde zal de richting van de stroom lichtjes naar rechts van de wind zijn op het noordelijk halfrond en lichtjes naar links van de wind op het zuidelijk halfrond. Dit staat bekend als het "Corioliseffect" (of Corioliskracht). Het Corrioliseffect is nul op de evenaar en neemt toe met toenemende geografische breedte.
Hoe sterk kan een stroom worden door de wind?
Een wind die gedurende 3-4 dagen met ongeveer 200 knopen (10 m s-1) waait, brengt een stroom op gang van ongeveer:
(a) 2 knopen (1 m s-1)
(b) 0,4 knopen (20 cm s-1)
(c) 0,2 knopen (10 cm s-1)
(d) 10 knopen (5 m s-1)
