Supplement 1.1d: De Conventie over de bescherming van het mariene milieu van het Oostzeegebied
Afgekort: De Conventie van Helsinki
De Oostzee herbergt vele soorten planten, dieren en micro-organismen in een grote verscheidenheid aan habitats. De meeste ervan worden bedreigd door menselijke activiteiten en van veel Baltische vispopulaties denkt men nu dat ze gevaarlijk laag zijn.
Onder de belangrijkste bedreigingen zijn eutrofiëring, voornamelijk veroorzaakt door te veel stikstof en fosfor in het water; vervuiling door gevaarlijke stoffen zoals o.a. pesticiden, zware metalen en industrieel afval; vernietiging van de habitat; het gebruik van bepaalde schadelijke visuitrusting en het introduceren van vreemde invasieve soorten.
Op 24 maart 1974 werd de Conventie voor de Bescherming van het Mariene Milieu van het Oostzeegebied,
bekend als de Conventie van Helsinki van 1974, ondertekend door de toenmalige zeven staten aan de Baltische kust.
Het was de eerste keer ooit dat alle bronnen van vervuiling, zij het van land, zee of lucht, rond een heel zeegebied aan
één enkele conventie werden onderworpen. De conventie van 1974 ging op 3 mei 1980 van kracht.
Deze had voornamelijk betrekking op thema's over technische vervuilingsbeheersing en de vervuiling van de Oostzee als zodanig.
De huidige versie van de Conventie werd ondertekend in 1992 door alle staten die aan de Oostzee grenzen en de Europese Unie. Na ratificatie werd de Conventie op 17 januari 2000 van kracht.
De Conventie van Helsinki van 1992 heeft betrekking op het volledige mariene milieu van het Oostzeegebied.
Het heeft als doel vervuiling te voorkomen en te elimineren teneinde het ecologisch herstel van het Oostzeegebied en het behoud
van het ecologisch evenwicht ervan te bevorderen. De geografische reikwijdte omvat niet enkel de volledige Oostzee inclusief de
zeebodem en kustzones, maar ook het afvloeiingsgebied ervan.
Contractpartijen:
Alle negen staten aan de Oostzee (Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Letland, Litouwen, Polen, Rusland, Zweden) en de EU.
Om de gemeenschappelijke doelstellingen op vlak van natuurbehoud te bereiken werd de Helsinki Commission (HELCOM) gecreëerd. Dit orgaan komt jaarlijks bijeen. Aanbevelingen over de milieu- en natuurbehoudthema's die door de partijen geïmplementeerd moeten worden, zijn een belangrijk instrument van HELCOM. De commissie wordt ondersteund door werkgroepen over de verschillende aspecten van de conventie. Verdere activiteiten zijn o.a. monitoringprogramma's en statusrapporten. Belangrijke resultaten van activiteiten op vlak van natuurbehoud zijn o.a. de ontwikkeling van een systeem van "Baltic Sea Protected Areas (BSPAs)" (Beschermde gebieden van de Oostzee) en het opstellen van de eerste rode lijst van bedreigde habitattypes van de Oostzee.
Sinds 1992 zijn meer dan 34 van 132 ernstig vervuilde gebieden -de zogenaamde hotspots -die rond de Oostzee geïdentificeerd zijn, opgeruimd. Niettemin blijven concentraties van PCB's en DDT veel hoger in de Oostzee dan in de Noordzee of de open Atlantische Oceaan. HELCOM heeft in 1998 een "Hazardous Substances Project"- team aan het werk gezet om lozingen, emissies en lossingen van gevaarlijke stoffen in het afvloeiingsbassin van de Oostzee tegen 2020 te reduceren en heeft 42 gevaarlijke stoffen geselecteerd voor onmiddellijke prioritaire actie.
De volledige Conventie van Helsinki is beschikbaar in pdf-formaat op de webpagina van HELCOM (externe links):
1974 Covention (88 KB)1992 Convention (laatst gewijzigd op 1 juli 2004) (608 KB)