2. Olievervuiling
Teledetectie als beheersinstrument bij olievlekbeheersing
Teledetectie is tegenwoordig een belangrijk beheersinstrument voor het monitoren van olievervuiling. Gegevens afkomstig van satellieten en vliegtuigen worden op verschillende manieren gebruikt:
- om informatie te geven voor het plannen van het opruimen van olievlekken na grote ongevallen,
- om illegale olielozingen van platformen, leidingen en schepen te monitoren en te controleren,
- en bij milieu-effectrapporteringen na ongevallen of om de effecten van chronische vervuiling verbonden met vaarroutes, havens, olieplatformen, pijpleidingen en raffinaderijen te bestuderen.
Ondersteuning van teledetectie voor acties bij olievlekken
Wanneer er een ernstig ongeval gebeurt, moet het olievlekbestrijdingsteam de situatie evalueren en een beslissing nemen over geschikte technieken om de verspreiding van olie te beperken, het getroffen gebieden schoon te maken en waardevolle milieus en natuurlijke rijkdommen te beschermen. Ze moeten zowel rekening houden met de vlek zelf als met de omgeving waarin deze zich voordoet.
Het plannen van de bestrijding van vlekken zal inhouden:
- 1. Informatie inwinnen over de vlek zelf: locatie, type olie, hoeveelheid olie, leksnelheid en wat er gedaan kan worden om deze te verminderen of te stoppen.
- 2. Bewaking om de vlek in kaart te brengen en informatie te geven die nodig is om de schoonmaak te begeleiden.
- 3. Een model van het traject van de olievlek maken om te voorspellen waar de olie naartoe zal gaan.
- 4. Kwetsbare gebieden en natuurlijke rijkdommen identificeren die speciale bescherming nodig hebben: waardevolle natuur en flora- en faunareservaten, openbare voorzieningen (stranden, recreatieparken en havens), industrieën en infrastructuur (elektriciteitscentrales, aquacultuursites).
- 5. De meest geschikte uitrusting en methodes selecteren om de vlek te bestrijden, kwetsbare gebieden te beschermen en om die welke al getroffen zijn schoon te maken.
Teledetectie kan informatie verschaffen om bij deze planningstaken te helpen en is van onschatbare waarde voor het in kaart brengen van de vlek en voor het geven van input voor olievlekmodellen.
Bewaking om de vlek in kaart te brengen en de acties te dirigeren
Het kiezen van de juiste technieken en ze doeltreffend toe te passen vereist informatie.
- Tactische informatie op korte termijn (1-2 uur) is nodig om bestrijdingsmaatregelen voor olievlekken in goede banen te leiden.
- Strategische overzichten op langere termijn (~12 uur) van de hele lozing zijn nodig om de vlek in kaart te brengen, om te laten zien hoe deze evolueert en voor gebruik bij trajectmodellen van de olievlek.
Olievlekken zijn van nature dynamisch, dus informatie die gebruikt wordt om tegenmaatregelen te in goede banen te leiden, moet in real-time beschikbaar zijn. Benodige informatie is onder andere positie, omvang en dikte van de oppervlakte-olie, bij resoluties van slechts enkele meters. Traditioneel worden hiervoor sensoren in vliegtuigen gebruikt. Thermische infrarood, optische en ultraviolet sensoren, laserfluorosensoren en radars in vliegtuigen kunnen oppervlakteolie detecteren en schattingen geven van de dikte, vooral wanneer ze in synergie gebruikt worden.
Voor een overzicht van de hele vlek zijn satellietbeelden nodig. Satellietgegevens zijn nu bijna in real-time beschikbaar (~12 uur) van sensoren met voldoende ruimtelijke resolutie, een breed gezichtsveld en baanherhalingen die ze tot een nuttige aanvulling op sensoren in vliegtuigen maken. "Synthetic aperture radars (SAR)" kunnen oppervlakteolie over een groot gebied detecteren en kunnen door wolken heen kijken. De interpretatie van SAR-gegevens kan verbeterd worden door informatie van andere sensoren op te nemen.
Om een overzicht te geven, kunnen gegevens van vele verschillende bronnen gecombineerd worden tot een GIS-systeem zoals dit hier. In dit geval gebeurde dit pas na het incident tijdens de evaluatie na het lek, aangezien veel van de gegevens niet op tijd beschikbaar waren. Tegenwoordig kan deze informatie op tijd beschikbaar zijn, en echt verschil uit te maken.
Het monitoren van het ongeval in de Straat van Kerch, november 2007
De olievlek in de Straat van Kerch hieronder is een voorbeeld van hoe satellietinformatie gebruikt kan worden bij olievlekmodellen om de verplaatsing van de olie in kaart te brengen en te voorspellen.
Op deze opname van het ASAR-instrument aan boord van Envisat van ESA is olie te zien van het tankerongeval in de Straat van Kerch tussen de Zwarte Zee en de Zee van Azov. Deze opname werd gemaakt op 16 november 2007, bijna 5 dagen na het ongeval. Een aantal andere schepen hebben ook olie geloosd in het gebied. Oppervlakteolie ziet eruit als donkere strepen. Heldere vlekken zijn schepen.
Er werd een model gemaakt van de vlek in de Straat van Kerch door het hydrodynamisch model SPILLMOD om te laten zien waar de stookolie van het beschadigde schip naar alle waarschijnlijkheid door wind en golven meegenomen zou worden.
Milieugegevens voor input voor olievlekmodellen
Het is niet voldoende om te weten waar de olie twee uur geleden was of zelfs waar deze op dit moment is. Het vermogen te voorspellen waar de olie naar toe gaat is essentieel bij zowel het ruimen van de olie als bij het beschermen van kwetsbare milieus en natuurlijke rijkdommen.
Olievlekmodellen hebben informatie nodig over:
- Snelheid en richting van de wind
- Hoogte van de golven en richting van deiningsgolven
- Snelheid en richting van plaatselijke stromen en hoe deze variëren naargelang het getij, rivierstroming, enz.
- Zee- en luchttemperaturen
Deze informatie wordt verkregen uit plaatselijke weerberichten, getijdentabellen, enz., met extra informatie beschikbaar uit allerlei satellietmetingen.