Supplement 1.1a: MARPOL
De internationale conventie voor het voorkomen van vervuiling door schepen
De MARPOL-conventie is de voornaamste internationale conventie over het voorkomen van vervuiling van het mariene milieu door schepen ten gevolge van operationele of accidentele oorzaken. Het is een combinatie van twee verdragen die respectievelijk in 1973 en 1978 gesloten zijn en door de jaren heen bijgewerkt worden door middel van amendementen.
De Conventie omvat voorschriften die gericht zijn op het voorkomen en minimaliseren van vervuiling door schepen - zowel accidentele vervuiling als die door routinewerkzaamheden - en omvat momenteel zes technische bijlagen:
Bijlage I: | Voorschriften ter preventie van vervuiling door olie |
Bijlage II: | Voorschriften ter controle op vervuiling door schadelijke vloeibare stoffen in bulk (d.w.z. chemische stoffen vervoerd door chemicaliëntankers) |
Bijlage III: | Voorschriften ter preventie van vervuiling door gevaarlijke stoffen vervoerd op zee in verpakte vorm of in vrachtcontainers, draagbare tanks of weg- en spoorwagons |
Bijlage IV: | Preventie van vervuiling door sanitair afvalwater van schepen |
Bijlage V: | Preventie van vervuiling door het vuilnis van schepen |
Bijlage VI: | Preventie van luchtvervuiling door schepen (werd van kracht op 19 mei 2005) |
De Bijlagen I, II, IV en V bevatten voorschriften over bv. de eisen die gelden voor de lozing van oliehoudende residu's, chemische stoffen, afvalwater en vuilnis in de zee.
Volgens Bijlage I moet er een "Oil Record Book" (olieregistratieboek) worden bijgehouden van de activiteiten die te maken hebben met de lozing van oliehoudende residu's (van de machinekamer en laadtanks van het schip).
Bijlage II vereist het bijhouden van een "Cargo Record Book" (ladingregistratieboek) voor chemische ladingen.
Bijlage V vereist het bijhouden van een "Garbage Record Book" (vuilnisregistratieboek).
Lidstaten moeten Bijlagen I en II aanvaarden maar de andere Bijlagen zijn vrijwillig.
De lozing van olieslik, die zich in de machinekamer ophoopt wanneer zware olie gebruikt wordt, is illegaal. Lenswater met olie en residu's van de lading van olietankers kunnen enkel onder strikte voorwaarden en in kleine hoeveelheden of na sterke verdunning geloosd worden. Als algemene regel geldt dat olie die residu's bevat ingeleverd moet worden. Havens voorzien speciale opvangtanks voor dit doel.
Residu's van de lading van chemicaliëntankers moeten op dezelfde wijze behandeld worden. Naargelang de toxiciteit van de stof en het gevaar voor het milieu is een lozing op zee enkel onder strikte voorschriften en slechts in kleine hoeveelheden mogelijk.
"Speciale gebieden" onder MARPOL
In de Bijlagen I, II en V definieert MARPOL bepaalde zeegebieden als speciale gebieden waarin - omwille van technische redenen die te maken hebben met de oceanografische en ecologische omstandigheden ervan en met het zeeverkeer - het aannemen vereist is van speciale, verplichte methodes voor het voorkomen van zeevervuiling. Onder de conventie hebben deze speciale gebieden een hogere beschermingsgraad gekregen dan andere gebieden van de zee.
"Bijzonder gevoelige zeegebieden" onder MARPOL
Een "Particularly Sensitive Sea Area (PSSA)" is een gebied dat speciale bescherming nodig heeft via actie door de IMO, omwille van de betekenis ervan om erkende ecologische, socio-economische of wetenschappelijke redenen en dat kwetsbaar kan zijn voor schade door internationale maritieme activiteiten.
De criteria voor de identificatie van bijzonder gevoelige gebieden omvatten ecologische criteria, zoals een uniek of zeldzaam ecosysteem, de diversiteit van het ecosysteem of de kwetsbaarheid voor degradatie door natuurlijke gebeurtenissen of menselijke activiteiten; sociale, culturele en economische criteria, zoals de betekenis van het gebied voor recreatie of toerisme; en wetenschappelijke en onderwijscriteria, zoals biologisch onderzoek of historische waarde.