Teledetectie van sites behorend tot het natuurlijk erfgoed

Het Everglades National Park, Florida, VS (1/2)

Deze site in het zuidelijke puntje van Florida wordt "een rivier van gras die onmerkbaar van het hinterland naar de zee stroomt" genoemd. De uitzonderlijke verscheidenheid van haar waterhabitats heeft haar tot natuurreservaat gemaakt voor een groot aantal vogels en reptielen, evenals voor bedreigde soorten zoals de lamantijn.

Flora

Zoom Sign
Klimmen varen
Klimmen varen in het Everglade National Park
Foto: Peggy Greb / US Department of Agriculture

Het Everglades National Park herbergt een rijke en gevarieerde flora met meer dan 1.000 soorten zaaddragende planten, ontelbare epifytische plantensoorten (bromelia's en orchideeën), en vele andere die primitievere soorten en eenvoudig gebouwde groepen vertegenwoordigen zoals varens, mossen en korstmossen. Veel planten in de Everglades worden nergens anders op aarde gevonden.



Zoom Sign
Mangrove
Mangrovemoeras in het Everglade National Park.
Foto: National Park Service, US Department of the Interior

Een van de ecologisch belangrijkste groepen planten in de Everglades zijn de mangrovebossen. Mangroves zijn groenblijvende bossen in getijdegebieden van subtropische kusten die in brak en zout water gedijen. Hun dicht ineengeweven stammen en wortels verschaffen een vitale habitat voor veel zee- en landorganismen. Mangroves vangen ook sediment in en stabiliseren het, en verminderen het risico op kusterosie doordat ze de energie van oppervlaktegolven verstrooien.

Fauna

Zoom Sign
Panter
Panter uit de Everglades (Puma concolor coryi).
Foto: Rodney Cammauf / National Park Service, US Department of the Interior

De Everglades zijn een natuurreservaat, evenals een broed- en voederplaats voor vele soorten waadvogels die afhankelijk zijn van de natte en droge klimaatcyclus om zich te kunnen voortplanten.

De Floridapanter staat bovenaan de voedselketen en jaagt op herten, wilde zwijnen, vogels en hazen, maar ook op krokodillen en alligators. Het dier, dat ooit in de hele staat veel voorkwam, staat nu op het punt uit te sterven.



Zoom Sign
Kaaiman
Kaaiman in het Everglades National Park.
Foto: Armelle de Crepy / UNESCO

De kaaiman is een groot reptiel dat de "koning van de Everglades" genoemd wordt. Zonder de kaaiman zouden de Everglades waarschijnlijk niet overleven. Gedurende het droge seizoen (december tot en met april) graven kaaimannen kuilen in de kalksteen.

"Gator holes" (kaaimangaten) zijn een van de weinige plaatsen in het park waar er stilstaand water is gedurende de wintermaanden. Deze gaten worden de thuisbasis voor vele insecten, schildpadden, vissen en waadvogels. Gedurende het natte zomerseizoen verspreiden deze zelfde dieren zich doorheen de "rivier van gras". Eerst was de kaaiman nog een bedreigde diersoort, maar nu maakt hij zijn comeback. Ze komen veel voor in de zoetwatermoerassen van het park en begeven zich nu en dan in de brakke wateren van de Baai van Florida.

Reptielen en amfibieën zijn dieren waarvan de lichaamstemperatuur verandert met de omgeving (koelbloedig). Het Everglades National Park, met haar semi-tropische klimaat, is een ideale thuisbasis voor deze dieren. In het park komen meer dan vijftig soorten reptielen voor, waaronder zesentwintig slangen, zestien schildpadden, en verscheidene hagedissen. Tussen de achttien soorten amfibieën die het park rijk is, bevindt zich de kleinste kikker uit Noord-Amerika, de kleine graskikker.

Zoom Sign
Florida weekschildpad
Florida weekschildpad (Apalone ferox).
Foto: John J. Mosesso / US National Biological Information Infrastructure

De meeste schildpadden die in het Park voorkomen, leven in de zoetwatermoerassen en vijvers. Vroeger kwamen schildpadden vrij veel voor in de mariene omgeving van de baai van Florida. Vandaag zijn er minder zeeschildpadden omdat hun broedplaatsen verstoord werden.



Veel van de slangen die in het Everglades National Park voorkomen, zijn aangepast aan overleven in het water. Terwijl de meeste slangen die in of nabij het water wonen aangepast zijn aan een zoetwateromgeving, kunnen sommige, zoals de watermocassinslang en de mangrove-zoutmoerasslang, overleven in de mangrove- en zoutwatermoerassen.